Een jaar voor zijn dood ontmoet Franz Kafka tijdens een wandeling door Berlijn een klein meisje met een gebroken hart. Ze is haar pop kwijt. Om haar te kalmeren stelt Kafka zich voor als de postbode van de poppen en vertelt hij dat de pop op reis vertrokken is. Drie weken lang wijdt Kafka zich uitsluitend aan de poppenbrieven die hij elke dag aan het meisje voorleest. Tot uiteindelijk beide zielsgenoten getroost hun eigen weg uitgaan.
Met deze mogelijks waargebeurde parabel onder de arm, maakt Thomas Janssens een voorstelling over opgroeien en afscheid nemen. Over de onvergelijkbare band tussen ouder en kind. Poppentheater waar de achterkant belangrijker is dan de voorzijde!