In de middeleeuwen trokken pelgrims en kruisvaarders vanuit het Westen naar het Heilige Land. Ze reisden door Byzantium en maakten er kennis met de Byzantijnse cultuur, die ze bij thuiskomst verspreidden. Toch duurde het tot het einde van de 14e en de 15e eeuw voor de Lage Landen inspiratie begonnen te putten uit Byzantijnse modellen. Vlaamse Primitieven als Van Eyck, Van der Weyden, Memling of Schongauer vormden de Byzantijnse voorbeelden om tot religieuze taferelen. De aanleidingen voor dat fenomeen zijn legio, maar de Katholieke Kerk benadrukte het belang van Byzantium voor het christendom, terwijl de Devotio Moderna de vraag naar nieuwe devotiebeelden aanzwengelde. Complementair met het onderdeel over de vroeg-Nederlandse schilderkunst presenteert het Paleis voor Schone Kunsten in samenwerking met het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium een innovatieve belevingsexpo rond Jan van Eyck.