In dit deel van ons overzicht van het Belgische modernisme staat de veranderde maatschappij van het interbellum centraal. Net als elders in Europa werd een terugkeer naar de orde gepredikt, waarbij de Belgische kunst een middenpositie innam tussen twee culturele reuzen: Frankrijk, met het dadaïsme en het surrealisme en Duitsland, met haar zakelijke stromingen. Het constructivisme kwam dan weer uit Nederland en het futurisme uit Italië. Belangrijk is ook de doorbraak van de vroegste abstracte kunst in België.
Elke les behandelt een stroming in haar internationale context en gaat in op de kunstenaars ervan. Daarbij kunnen we niet voorbij aan de grote namen, zoals de futurist Jules Schmalzigaug, de pionier van de abstracte kunst Victor Servranckx, de constructivist Georges Van Tongerloo en de surrealist René Magritte. Ook wat minder bekende kunstenaars komen aan bod, zoals de dadaïst Mesens en de kunstenaars van het Waalse Nervia.
Organisatie
De Werf
Amarant
Credits / Met dank aan
begeleiding: David Vergauwen