Zoek op de term: ""

3 184 item(s) gevonden (2701 tot 2750)

Realiteit en fictie in de etnografische fotografie van de jaren 1950

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika bezit een vrij volledige reeks foto’s van de Voorlichtingsdienst van Belgisch Congo en Ruanda-Urundi, beter gekend onder de naam Inforcongo. Deze dienst werd opgericht in het begin van de jaren 1950 door het Ministerie van Koloniën om te zorgen voor een positieve beeldvorming over de koloniale onderneming. Veel foto's hebben betrekking op de materiële verwezenlijkingen van de kolonisator, terwijl andere de ingrijpende economische en sociale transformaties van de Congolese samenleving in beeld brengen. De collectie bevat eveneens een opmerkelijke reeks foto’s van traditionele dansen. Kenmerkend voor deze foto’s is de spanning tussen realiteit en fictie, en hun ambigue aanspraak op ‘authenticiteit’. Twee bijzonder productieve en gelauwerde fotografen van Inforcongo waren Carlo Lamote en Henri Goldstein, die zich met veel ijver ook toelegden op etnografische fotografie. Geïnspireerd door het ideaal van de ‘ontdekkingsreiziger’ waren ze voortdurend op zoek naar interessante volkenkundige onderwerpen. Ze waren overtuigd van het feit dat de lokale tradities snel definitief zouden verdwijnen. Om die reden moesten deze snel op de fotografische plaat worden vastgelegd. De traditionele dansen en riten die ze wilden ‘ontdekken’ en documenteren, werden echter vaak door hun eigen toedoen georganiseerd. Ze werden hierbij geholpen door territoriale agenten of missionarissen en ze beschikten over een bijzonder budget om de voorbereidingen en opvoeringen ter plaatse te sponsoren. Met het oog op een ‘objectieve’ registratie werden alle elementen die het resultaat waren van Europese import of beïnvloeding verwijderd vooraleer er gefotografeerd werd. Dit werd nodig geacht opdat de beelden een ‘echte authenticiteit’ zouden hebben. Veel van de traditionele dansen werden hierdoor niet ‘ontdekt’ maar veeleer ‘(her)uitgevonden’. De foto’s werden niettemin gecatalogeerd als wetenschappelijke documentatie, en ze worden tot op vandaag nog vaak kritiekloos gebruikt als objectieve tijdsdocumenten.
Een Magritte Museum in Brussel

Een Magritte Museum in Brussel

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée Magritte Museum
Bruxelles - Bruxelles
De Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België bezitten de grootste verzameling werken van René Magritte ter wereld. Alle periodes uit de loopbaan van de kunstenaar zijn erin vertegenwoordigd, en ook alle expressievormen waarvan hij gebruik heeft gemaakt – olieverfschilderijen, tekeningen, gouaches, affiches, reclamewerk, brieven, foto’s, sculpturen, films en andere documenten. De collectie heeft een interessante geschiedenis. Zij is het resultaat van doordachte aankopen en milde schenkingen. Daarom wil ik van ganser harte eer betonen aan degenen die tot de vorming ervan hebben bijgedragen. Georgette Magritte en vervolgens Irène Scutenaire-Hamoir legateerden aan de Koninklijke Musea enkele van de meesterwerken waaraan het Magrittemuseum vandaag zijn uitstraling ontleent. Mijn dank gaat uit naar alle donateurs en donatrices: mevr. Germaine Hergé-Kieckens, de Provincie Brabant, Maurice Rapin en Mirabelle Dors. Ook de namen van baron en barones Gillion Crowet mogen hier niet onvermeld blijven: tegelijk met de schenking-inbetalinggeving van hun collectie symbolistische en art nouveau werken verklaarden zij zich akkoord met een langdurig depot van hun werken van Magritte. Mogen al onze weldoeners dit project als een blijvende getuigenis van onze erkentelijkheid beschouwen. Deze unieke collectie verdiende een eigen bewaarplaats in de hoofdstad van Europa. Al in 1984 maakte Philippe Roberts-Jones, de toenmalige hoofdconservator van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, van de Magrittezaal één van de sterke punten van het Museum voor Moderne Kunst. Sindsdien bleef de Magritteverzameling aangroeien, zij begon zelfs andere verdiepingen van het museum te ‘overwoekeren’, en in 2005 kwam de toekomst ervan in een spectaculaire stroomversnelling terecht. Dankzij Charly Herscovici, voorzitter van de Stichting René Magritte, werden in Parijs de eerste contacten gelegd met de verantwoordelijken van de Frans-Belgische groep GDF Suez. Het idee om het toekomstige Magrittemuseum onder te brengen in het huis Altenloh aan het Koningsplein kreeg toen vorm. Dit beschermde gebouw was in 1984 gerestaureerd en werd sindsdien onder meer gebruikt voor tijdelijke tentoonstellingen en voor de presentatie van 19de-eeuwse kunst. Tussen Suez en Magritte bestond al een band: ter gelegenheid van de viering van 175 jaar België steunde Suez de schitterende tentoonstelling Magritte en de fotografie die door de Stichting René Magritte werd georganiseerd. En iets langer geleden werkte de groep ook mee aan de grote retrospectieve tentoonstelling ter herdenking van de 100ste verjaardag van de kunstenaar, een tentoonstelling die door de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België werd ingericht. Een eerste ontwerp werd uitgewerkt en verfijnd met de noodzakelijke museale elementen voor ogen maar tegelijk ook vanuit een originele invalshoek: die van een competentiemecenaat, uniek voor België, een land dat noch over een adequate wetgeving betreffende het ondernemingsmecenaat beschikt, noch over een fiscale wetgeving die deskundigheidsinterventies ondersteunt. Na moeizame onderhandelingen werd een voorlopig contract opgesteld. De onzekere toestand van de Belgische politiek in 2007 zette een rem op het project, maar tijdens de behandeling van de ‘lopende zaken’ konden de museummedewerkers inmiddels wel de financiële vooruitzichten en commerciële strategieën onder de loep nemen. Dit onderzoek gebeurde in nauwe samenwerking met het adviesbureau McKinsey en leidde tot de positieve conclusie dat het project een stevige grondslag had. Nu was het alleen nog wachten op de vorming van een nieuwe regering om met de uitvoering van de plannen te beginnen. De benoeming van minister Sabine Laruelle aan het hoofd van het Federaal Wetenschapsbeleid maakte de heropening van het dossier mogelijk. Op 29 februari 2008 werd voor de verzamelde pers het contract ondertekend tussen: de federale overheid in de persoon van vice-eerste minister Didier Reynders, verantwoordelijk voor de Regie der Gebouwen, en van minister Sabine Laruelle voor de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België; GDF Suez in de persoon van haar voorzitter directeur-generaal Gérard Mestrallet; en de Stichting René Magritte die vertegenwoordigd werd door haar voorzitter Charly Herscovici. Op 27 mei 2008 werd met de onthulling van het door GDF Suez gerealiseerde gevelzeil het startsein voor de werkzaamheden gegeven. Het half geopende gevelgordijn toonde een Rijk der lichten dat door middel van zonnepanelen avond na avond zijn licht over het Koningsplein verspreidde. Dit veelzeggende embleem van het toekomstige Magrittemuseum ging de wereld rond, trok de aandacht van de pers en ontlokte enthousiaste reacties aan talrijke internetgebruikers. Ik heb het genoegen om namens de instelling waarvan ik de leiding waarneem, bijzondere dank te betuigen aan de ondertekenaars van het akkoord dat voor ons de aanvang van een buitengewoon avontuur betekende. In dit project heeft GDF Suez een heel belangrijke rol gespeeld door de interventie van teams van specialisten die, net als Fabricom GTI, AXIMA Contracting en INEO media system, in hun vakgebied tot de absolute top worden gerekend. De visie van deze grote internationale groep opende voor het museum perspectieven op nieuwe toepassingen inzake duurzame ontwikkeling en recente technologieën, groene energie en interactiviteit. GDF Suez en de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België vormden samen een ploeg die in een geest van constructieve samenwerking, hartelijkheid en enthousiasme, door eenzelfde ambitie werd gedreven: de vele soorten kwaliteitsvol vakmanschap en ervaring van GDF Suez inzetten om een ideale plek te creëren voor de ontdekking van het oeuvre van een kunstenaar die het gedachtegoed – en niet alleen de kunst – van de 20ste eeuw diepgaand heeft beïnvloed. Al bezit onze instelling op wereldvlak het grootste ensemble werken van Magritte, toch wilden wij deze selectie nog verruimen. Met de vriendschappelijke hulp van Charly Herscovici, voorzitter van de Stichting René Magritte, werden talrijke Belgische en buitenlandse musea en particuliere verzamelaars bereid gevonden om ons project te steunen door kunstwerken in bewaring te geven of uit te wisselen. De bezoeker zal daardoor tal van juweeltjes kunnen ontdekken die nog steeds in privébezit zijn. Ik ben deze verzamelaars oneindig dankbaar, temeer omdat het museum vanaf 2011 een ruimte zal reserveren voor tijdelijke tentoonstellingen over verschillende facetten van het werk van Magritte – om te beginnen over zijn artistieke relaties met persoonlijkheden als Miró, Breton, Cornell en Dalí. In dat perspectief is de relatie met de grote musea en de verzamelaars van Magrittes werk van essentieel belang, waarbij onze bruikleengevers, naar ik hoop, de voornaamste ambassadeurs van het oeuvre van het Magrittemuseum zullen worden. Onder de partnerships van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten draagt één in het bijzonder grote toekomstverwachtingen in zich: de samenwerking met The Menil Foundation in Houston, geleid door Josef Helfenstein. Dit belangrijke Amerikaanse instituut, in zijn door Renzo Piano ontworpen architecturale kader, lag aan de basis van het eerste grote wetenschappelijke werk over Magritte: de vijfdelige 'catalogue raisonné' onder leiding van wijlen David Sylvester. De tussen 1992 en 1997 verschenen boeken vormen een unieke bron van informatie en tevens een basisdocumentatie die door de Koninklijke Musea gaandeweg zal worden aangevuld en bijgewerkt, in alliantie met The Menil Foundation. Voor de Koninklijke Musea was de associatie met GDF Suez en met de Stichting René Magritte uiterst belangrijk. Het resultaat van deze samenwerking - in het teken van professionaliteit en uitmuntendheid - zal niet alleen voor de stad en het gewest Brussel maar voor de hele Belgische federale staat een hefboom zijn tot culturele en economische ontwikkeling, een stimulans voor het intellectuele leven en een toeristische trekpleister. Op het Koningsplein, in hartje Brussel, in het centrum van Europa, op een historische plek met een levend verleden, kan René Magritte voortaan de waardering genieten die hij verdient vanwege een cultuur waarop hij een onuitwisbare stempel heeft gedrukt met zijn rijke maar ook kritische gedachtegoed en zijn poëtische maar ook subversieve verbeelding.

Op zoek naar traditionele muziek in Congo en in Rwanda in de jaren 1970

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
In 1966 kreeg de etnomusicologie als wetenschap een vaste plaats in het museum. De opdracht van de afdeling was de traditionele muziek, en de bijhorende muziekinstrumenten en dansen, te registreren, te beschrijven, te analyseren en onder de vorm van allerlei publicaties aan een breed publiek voor te stellen. Het fotoarchief van de afdeling laat zien hoe tijdens diverse wetenschappelijke zendingen dit doel werd nagestreefd. Dankzij de institutionele samenwerking met het Institut National de Recherche Scientifique (INRS) van Butare werd van 1973 tot 1985 onderzoek verricht naar de Rwandese muziek- en danscultuur. Dit resulteerde in een belangrijke collectie klank- en beeldopnamen, die een overzicht biedt van het hele gamma aan muziekuitingen uit die periode in Rwanda. In de jaren 1970 leidde een samenwerkingsakkoord met het toenmalige Zaïre tot de oprichting van het Institut des Musées Nationaux du Zaïre (IMNZ). Hierdoor kon musicologisch onderzoek worden gestart in de provincies Shaba (Katanga) en Kasai. Eerst kwam de Luba-muziek aan bod, met vooral aandacht voor de muziekinstrumenten en de liederen die het sociale en religieuze leven kenmerkten. Vervolgens kon met de steun van de Lunda-keizer, de Mwaant Yaav, een gelijkaardig onderzoek worden gevoerd bij de Lunda, waar de muziek werd opgenomen die hoorde bij diverse rituelen en gebruiken. Ook bij de Salampasu tenslotte werden dansen en muziekensembles geregistreerd waarvan het bestaan tot dan toe ongekend was. Muzikanten en dansers werkten graag mee en waren overal erg opgezet met de belangstelling voor hun muziek. De geluidsopnames en de bijhorende foto’s en archieven vormen een onschatbare bron van informatie over de traditionele muziek van Centraal-Afrika. Bovendien werd de collectie audio-opnames intussen volledig gedigitaliseerd!

De beeldhouwkunst van de Ovimbundu

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
De Ovimbundu zijn een belangrijke Angolese bevolkingsgroep in de huidige provincie Benguela. De kunst van deze cultuur is niet goed gekend bij het grote publiek en het aantal Ovimbundu-werken is betrekkelijk schaars. Niettemin bezit het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA) een van de voortreffelijkste Ovimbundu-verzamelingen. De aanwezigheid van deze collectie in een museum dat oorspronkelijk gewijd was aan wat we nu de DR Congo noemen, is grotendeels te danken aan Robert Verly. Kunstschilder Robert Verly (1901-1963) maakte aanvankelijk deel uit van de Commissie voor de Bescherming van de Inlandse Kunsten en Ambachten (COPAMI). In de jaren 1940 werd hij door de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis van Brussel (KMKG), belast met een etnografische zending in Angola. Tijdens deze zending verzamelde hij de Ovimbundu-beeldjes waarvan er hier enkele worden voorgesteld. De objecten werden eerst ingeschreven in de KMKG, voor hun overbrenging naar het KMMA tussen 1967 en 1979. Robert Verly verzamelde uitgebreide informatie over het geestelijke en materiële leven van de Ovimbundu en de Kimbundu. De voortijdige dood van de onderzoeker verhinderde de publicatie van het merendeel van zijn werken en onderzoek.. De selectie van voorgestelde objecten maakt het mogelijk om, aan de hand van door Robert Verly of door andere onderzoekers verzamelde gegevens, inzicht te verkrijgen in bepaalde aspecten van het religieuze, sociale en politieke leven van de Ovimbundu. We treffen enerzijds bijzonder fijn gesculpteerde mannelijke en vrouwelijke beeldjes aan, anderzijds enkele cefalomorfe knotsen en tenslotte andere voorwerpen zoals pijpen. Algemeen genomen kunnen deze objecten op basis van hun functie in vier grote categorieën worden ondergebracht. Bepaalde voorwerpen zijn verbonden met de soma (de chef of heerser), andere met activiteiten van de ocimbanda (de waarzegger), en enkele, met een vaak erg grove plastiek, zijn gekoppeld aan jachtrituelen. Tenslotte is er ook nog een sculpturale productie die uitsluitend bestemd was voor de verkoop aan Europeanen, zoals aan Robert Verly.

De foto’s van de expeditie van Armand Hutereau (1911-1913)

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
Armand Hutereau (1875-1914) werd in februari 1911 voor meer dan twee jaar naar het noorden van Congo uitgestuurd om materiaal te verzamelen voor het ‘Museum van Belgisch Congo’. Dankzij deze expeditie werd de afdeling Etnografie verrijkt met maar liefst 10.224 objecten, waaronder tal van muziekinstrumenten. Foto’s, films en geluidsopnames dienden als duiding bij de etnografische voorwerpen en lieten bijvoorbeeld zien hoe potten werden gemaakt. De foto’s getuigden ook van een bijzondere interesse voor de ‘verboden regionen van het vrouwelijke lichaam’, en voor albinisme en ziektes zoals syfilis, lepra en gonorroe (een geslachtsziekte veroorzaakt door een bacterie). Hutereau werd vergezeld door Van der Gucht, die tijdens de expeditie overleed ten gevolge van hematurie (bloed in de urine). De Europese leden van de expeditie bestonden verder uit de taxidermist Ceuterickx, de fotografen Geno en Facq, en Mevrouw Hutereau. In het begin van de twintigste eeuw was de aanwezigheid van Europese vrouwen in de kolonie hoogst uitzonderlijk. Mevrouw Hutereau legde een belangrijke collectie vogels aan, die later verschillende nieuwe soorten bleek te bevatten. Hutereau maakte plaasteren afdrukken van ‘tatoeages’ van elf Afrikanen en verzamelde vijf schedels en een skelet van een ‘pygmee’. In tegenstelling tot de expeditie Lemaire reisde Hutereau zonder militaire escorte, al bleef hij Afrikaanse dragers rekruteren om het expeditiemateriaal te dragen en vermoeide Europeanen in hangmatten te vervoeren. Na zijn terugkeer uit Congo en de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog werd Hutereau opgeroepen door het Belgisch leger. Hij sneuvelde op 24 november 1914 nabij St.-George. Postuum verscheen nog Histoire des peuplades de l’Uele et de l’Ubangi (1927), een historische ‘inleiding’ van meer dan 300 bladzijden tot een meer uitgebreide studie over het noorden van Congo, die echter nooit zou verschijnen.
Leven & Dood | Over boven- en onderwereld

Leven & Dood | Over boven- en onderwereld

Tentoonstellingen Permanente expo's
MAS - Museum aan de Stroom
Antwerpen - Anvers
In de hoogste museumzaal van het MAS brengen we u iets dichter bij de bovenwereld. Is dat waar de goden leven? En als we dood gaan? Dalen we dan af naar de onderwereld? De collectie Paul en Dora Janssen-Arts is een wereldberoemde collectie die vertelt over de buitengewone band tussen de mens en de wereld van goden, voorouders en geesten in het Amerika van vóór de verovering door Europa. De dood als nieuw begin Ontmoet mensen die in nauw contact met de natuur leven of leefden. Voor hen is de dood geen einde, maar een overgang naar een andere wereld, zoals de zon die opkomt en ondergaat. Sjamanen van vroeger en vandaag vertellen u er alles over. Zij kunnen zich immers in andere werelden begeven: de onderwereld van de dood en de bovenwereld van goden of voorouders. Collectie Paul en Dora Jannsen-Arts De collectie Paul en Dora Janssen-Arts, dat zijn meer dan 400 precolumbiaanse voorwerpen in goud, jade, steen, textiel en schelp. De collectie is in binnen- en buitenland bekend als een collectie van topstukken. De voorwerpen zijn afkomstig uit meer dan 50 culturen, van Alaska tot Chili, en getuigen van het vakmanschap en de zin voor esthetiek van hun makers in het Amerika van voor 1500. Bij de bewoners van het Amerikaanse continent waren er ontzettend veel verschillen, maar hun visie op de wereld om hen heen vertoont ook opvallend veel gelijkenissen. Zo zien we hoe mensenoffers als essentieel gezien werden om de continuïteit tussen leven en dood te waarborgen en hoe op het hele continent vruchtbaarheidsrituelen diverse vormen aannamen maar altijd de kern vormden van de pre-Spaanse leefwereld. Precieuze grafgiften, vaak in goud, weerspiegelen het belang dat alle bewoners van het continent, van Alaska tot Chili, hechtten aan het leven na de dood. Maak kennis met Dora Janssen-Arts én haar collectie en laat je meeslepen in haar passie voor verzamelen. In 2008 besloot de Vlaamse Overheid om de collectie Paul en Dora Janssen-Arts in permanente bruikleen aan de Stad Antwerpen te geven.

Museum De Reede | De collectie

Tentoonstellingen Permanente expo's
Museum De Reede
Antwerpen - Vlaams Gewest
De collectie bestaat uit werken op papier: litho’s, gravures, etsen, houtdrukken en tekeningen van meer dan een dozijn kunstenaars uit zeven landen op drie continenten en overspant vijf eeuwen van de 17e tot en met de 21e. Kern van de collectie zijn een 150tal werken van drie van de grootste graveurs allertijden. Drie kunstenaars die elk de mens als doelwit hebben. Francisco Goya en Félicien Rops de medemens, de maatschappij ontledend, Edvard Munch zichzelf, binnenste buiten kerend. Nocturne - Maandelijks een avond nader aan te kondigen TECHNIEKEN Papier Generaliserend kan men stellen dat werken op papier, grafische kunst, een geringere mate van belangstelling en waardering wordt toebedeeld dan de schilder- of beeldhouwkunst, ja zelfs achterblijft bij fotografie. Een grafisch kunstenaar moet naast al het andere aan kunstzinnigheid een grote ambachtelijke en technische bekwaamheid hebben om door het gekozen procédé een goed werkstuk af te leveren. Litho's Om bij schilderkunst te blijven, als variant op het gezegde dat een slecht schilderij van een bekend kunstenaar ‘beter’ is dan een goed werk van een onbekende schilder, zou je kunnen stellen dat in het oog van het publiek, van een en dezelfde kunstenaar, een minder goed olieverfschilderij meer genade vindt dan een briljante ets of litho van hem. Edvard Munch, als voorbeeld, munt mogelijk sterker uit in zijn litho’s dan in zijn schilderijen. Gravures Al worden de oudste gravures gedateerd 1398, het jaar 1430 wordt beschouwd als het startschot van de grafische traditie in Duitsland. Een lijst van de meest belangrijke exponenten van deze kunstvorm zou aanvangen met Albrecht Dürer, gevolgd in vogelvlucht door Hans Holbein de jongere, Hendrick Goltzius, Rembrandt, Goya, Rops, Honore Daumier, Munch, Max Klinger, Käthe Kollwitz en afsluiten met Pablo Picasso. Geenszins een ‘slecht gezelschap’. Etsen Albrecht Dürer (1471 – 1528) Hans Holbein de jonge (1497 – 1543) Hendrick Goltzius (1558 – 1617) Rembrandt van Rijn (1606 – 1669) Francisco Goya (1746 – 1828) Félicien Rops (1833 – 1898) Max Klinger (1857 – 1920) Edvard Munch (1863 – 1944) Käthe Kollwitz (1867 – 1945) Pablo Picasso (1881 – 1973) Houtdrukken Met name in de oosterse traditie veel toegepast. Er zijn musea in landen als Japan en Korea van louter bewaard gebleven blokken. Het was bij uitstek de Japanse houtsnedekunst, die bijdroeg tot een opleving in de 2e helft 19e eeuw, vooral in Frankrijk, van belangstelling voor alles Japans, het ‘japonisme’ genoemd. Deze stroming heeft sterke invloed uitgeoefend op aanhangers van het impressionisme en heeft zijn invloed behouden op trends als art nouveau en cubisme. Tekeningen De drie pijlers van de collectie, Goya, Rops en Munch, zijn omringd door het grafisch werk van andere kunstenaars. Gedeeltelijk zijn deze laatsten minder bekend bij het grote publiek en is hun oeuvre van meer bescheiden betekenis. Echter het gehalte van het getoonde werk laat toe hen een plaats te laten vinden in de ‘galerij’ van kunstenaars die zich door de eeuwen heen hebben toegelegd op grafische kunst in al de verschillende vormen van techniek.
Toegang voor mensen met beperkte mobiliteit
Uitsluitend voor volwassenen
Speciaal voor gezinnen
Speciaal voor kinderen
Speciaal voor singles
Speciaal voor studenten

AfroBeat/AfroWorkOut & Amapianodanslessen

Elke zondag van 10:30 tot 11:30 / zaterdag van 09:00 tot 10:00 / dinsdag van 20:30 tot 21:30 / maandag van 21:00 tot 22:00
Stages / Cursussen Sporten
Westerlo
Westerlo - Anvers
Sporta Centrum Tongerlo
Oevel - Anvers
Sporta Centrum Tongerlo
Oevel - Anvers
...
Afrikaanse dans is voor iedereen, kinderen, volwassenen, jongen, meisjes, LGBTQ+ ... die hun Afrikaanse ervaring tijdens 50 minuten in vreugde en goed humeur willen beleven. Wij bieden privé- en groepsdanslessen aan.
3 184 item(s) gevonden (2701 tot 2750)