Agenda: Tentoonstellingen

Agenda met evenementen

FILTRES
Filteren op typen
ALLE
Architectuur
Expo over grafische kunst
Biennale / Triennale
Juwelen
Design
Galerij
Permanente expo
Schilderijen
Foto's
Sculpturen
Verschillende technieken
Virtueel / Visueel / Audio Interactive
Vernissage
Varia
Filteren op indicatoren
Speciaal voor kinderen
Speciaal voor gezinnen
Speciaal voor studenten
Artikel 27
Toegang voor mensen met beperkte mobiliteit
Doven en slechthorenden
Filteren
CALENDRIER
Agenda
209 evenement(en) gevonden (161 tot 170)
MIM collectie

MIM collectie

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée des instruments de musique - MIM
Bruxelles - Bruxelles
Zowat 1200 stukken uit de collectie van het mim staan tentoongesteld op vier verdiepingen die elk een eigen invalshoek bieden. +2 Een zaal met thematische opstellingen biedt een chronologisch parcours van muziek in het oude Egypte tot experimenten met historische uitvoeringspraktijk uit de negentiende eeuw. Hier ontdekt u dat de viool in het westen niet altijd zoveel aanzien genoten heeft als vandaag, en ook hoe de aan mode onderhevige smaak van de Europese aristocratie en burgerij de muziekinstrumentenbouw heeft beïnvloed. +4 Na de tijdelijke tentoonstelling SAX200, die in deze zaal plaatsvond, werken wij hard aan nieuwe opstellingen. De heropening van zaal +4 wordt verwacht tegen begin 2016. +1 Nogal wat bezoekers vinden de zaal die gewijd is aan instrumenten uit de traditionele muziek de leukste. De tocht start in België en gaat via een rist Europese tradities naar culturen uit de hele wereld. Naast de overbekende Schotse versie blijken vele landen hun eigen soort doedelzak te hebben, Tibetaanse monniken maken muziekinstrumenten uit beenderen van overleden confraters, en Afrikaanse spleettrommen zijn de plaatselijke vorm van Twitter. -1 "Musicus mechanicus" tenslotte is de titel van de verzameling mechanische, elektrische en elektronische instrumenten. Pronkstuk is het componium, een negentiende-eeuws orchestrion dat automatisch een oneindig variërend muziekstuk componeert ! Op deze verdieping vindt u ook de klokken en een heus beiaardklavier. De omkadering bestaat uit paneelteksten, illustraties, foto's en een gratis sonorisatiesysteem.
Space Hero

Space Hero

Tentoonstellingen Varia
Euro Space Center
Libin - Région Wallonne
U kruipt alleen,met uw gezin of met vrienden in de huid van een Space Hero en neem deel aan een ruimtemissie. Dit rollenspel op tablet speelt zich buiten af. U kruipt in de huid van een Space Hero en aan de hand van een tablet neemt u deel aan een ruimtemissie in open lucht. U reist doorheen de ruimtetijd van 4 werelden: de verovering van de ruimte, telecommunicatie, sterrenkunde en ruimte-industrie. U gaat uitdagingen aan (denkvermogen, bekwaamheid, waarneming) en wint punten naargelang de snelheid en de juistheid van uw antwoorden... maar ook van de eigenschappen van uw personage! Vergis u dus niet, kies de goede avatar!

Hortamuseum

Tentoonstellingen Architectuur
Musée Horta
Sint-Gillis - Bruxelles
Van 23 mei tot 28 juni: Open op zaterdag én zondag! Geen reservatie, geen vestaire. U bent van harte welkom...

De fotocollectie van Henry Morton Stanley

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
Vierhonderd foto’s mag weinig lijken in verhouding tot het hele Stanley-archief dat liefst 7.000 items telt. Toch zijn de foto’s een heel nauwkeurige illustratie van het leven van Stanley, van zijn Afrikareizen en van zijn sociale contacten. Tussen 2000 en 2004 kocht de Koning Boudewijnstichting de meeste foto’s. Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika bewaart en beheert de volledige collectie. Het formaat van de foto’s varieert van postkaarten en standaardafmetingen tot stereoscopische beelden. Stanley zelf maakte er een aantal tijdens zijn reizen. Zijn gezin, vooral zijn vrouw Dorothy, nam foto’s op meer vertrouwde locaties. Ander beeldmateriaal is afkomstig uit bekende studio’s. De collectie bevat ook foto’s die Stanley kreeg van vrienden, reisgenoten, politici, leden van de ‘beau monde’ en dergelijke meer. Er zitten verschillende thema’s in de collectie verweven. De foto’s van de Afrikareizen laten onder meer koning Mutesa van Oeganda zien, de verkenners van Stanley, de bemanning van de Lady Alice, de oevers van het Tanganyikameer en van de Congorivier en de Wagenia-visserijen. Ze geven een beeld van diverse missies en factorijen die in handen waren van Europeanen en er zitten ook portretten bij van latere reizigers, gemaakt op de kust van Cabinda na hun doortocht door het Afrikaanse continent. Het fotomateriaal van Stanley toont ook de ontwikkeling van het medium. Foto’s nemen in 1874 in Afrika was geen sinecure. De belichtingstijden waren erg lang, je moest uiterst fragiele glasplaten gebruiken en de kans om materiaal te verliezen of te beschadigen was groot door de risicovolle tochten en de slechte weersomstandigheden. Pas op het einde van zijn leven gebruikte Stanley een automatisch toestel. Hij gebruikte zijn opnames ook als lantaarnplaatjes, de voorlopers van onze moderne dia’s, ter illustratie van zijn talloze lezingen over de hele wereld. Tijdens die lezingen bleek hoe handig Stanley met het medium overweg kon.

Henry Rosy en de gaza wuli-initiatie

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
Henry Rosy werkte van 1933 tot 1939 als landbouwingenieur van de Staat in de regio van de Ubangi in Congo. Hier verzamelde hij voor het Museum meer dan 400 objecten. Dankzij de begeleidende etnografische aantekeningen en honderden foto’s kan deze collectie goed in haar originele context worden gesitueerd. Henry Rosy verbleef twee jaar bij de Ngbaka in de regio van Gemena vanwaar hij een reeks voorwerpen en foto’s meebracht die nauwkeurige informatie verstrekken over de mannelijke initiatieritus, de gaza wuli, en over de vrouwelijke overgangsritus, de gaza wuko. In 1936 kreeg Henry Rosy de kans deze twee belangrijke ceremonieën bij te wonen in de dorpen Lengbwelle en Bombakabo, ten westen van de stad Gemena. De fotografische getuigenissen die hij hierover meebracht, werden een onweerlegbare studiebron voor de culturele geschiedenis van deze streek. De hier voorgestelde fotoselectie illustreert het besnijdenisritueel van de mannen in Bombakabo. Henry Rosy kreeg de toestemming de initiatieruimte te betreden en werd zo een bevoorrechte ooggetuige. Als landbouwingenieur onderhield Henry Rosy een voortdurend contact met de wetenschappers van de afdeling Etnografie, Jozef Maes en Olga Boone. Door zijn nauwkeurige en relevante waarnemingen is zijn veldwerk een echte etnograaf waardig. Uit de briefwisseling blijkt zijn diepe eerbied voor de cultuur van de samenlevingen waarmee hij in aanraking kwam, een vrij uitzonderlijke ingesteldheid in de koloniale context van de jaren dertig. Hij bouwde een wederzijdse vertrouwensrelatie op met zijn Congolese gesprekspartners, en beschikte over een trefzeker observatietalent. Die troeven verleenden hem toegang tot getuigenissen en informatie die in grote mate bijdroegen tot de kennisuitbreiding over dit cultuurgebied in het noordwesten van de DR Congo.

De stedelijke fotografie van Joseph Makula

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
Joseph Makula trad in 1956 als eerste en enige Congolese fotograaf in dienst bij Congopresse, het officiële agentschap van Belgisch Congo. Hij had het vak geleerd in het leger en al wat ervaring opgedaan bij een krant. Makula fotografeerde voornamelijk het dagelijkse leven van de stedelijke Congolese middenklasse waartoe hij zelf behoorde en met wie hij zich duidelijk kon identificeren. Een van zijn onderwerpen was het hoger technisch onderwijs dat in de jaren 1950 werd uitgebouwd voor jongens en meisjes. Hij bracht heel wat zogenaamde “évolué’s” voor zijn lens, die een nieuwe Congolese elite vormden. Bij gebrek aan initiatieven van de koloniale overheid organiseerden zij zelf onderwijs voor vrouwen die veelal zonder opleiding of slechts laaggeschoold op de arbeidsmarkt terecht kwamen. De vrij intieme foto’s die Makula nam van de interieurs van “évolué's” weerspiegelen duidelijk de verwantschap tussen de fotograaf en de personen die werden gefotografeerd. Makula nam in vergelijking met zijn Europese collega's opvallend minder foto’s van officiële aangelegenheden en van het bezoek van hooggeplaatste buitenlandse gasten. Hij reisde ook veel minder. Hoewel we enkele foto’s van verre provincieplaatsen terugvinden, is het duidelijk dat hij vooral in of in de buurt van de hoofdstad Leopoldstad werkte. Foto's van het Congolese dorpsleven zijn helemaal afwezig in zijn oeuvre. Het is onduidelijk of de opvallende contrasten tussen de foto's van Makula en zijn Europese collega's te maken hebben met zijn persoonlijke voorkeuren dan wel met beslissingen van zijn oversten. Na de onafhankelijkheid leidde Makula een hele generatie van fotografen voor Congopresse op, onder wie ook de eerste en enige vrouw, Mpate Sulia. Mobutu vertrouwde hem een aantal belangrijke opdrachten toe. Tussen 1981 en 1991 had hij zijn eigen studio Photo Mak in Lemba (Kinshasa). Een van zijn dochters werkt ook als fotografe.

Realiteit en fictie in de etnografische fotografie van de jaren 1950

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika bezit een vrij volledige reeks foto’s van de Voorlichtingsdienst van Belgisch Congo en Ruanda-Urundi, beter gekend onder de naam Inforcongo. Deze dienst werd opgericht in het begin van de jaren 1950 door het Ministerie van Koloniën om te zorgen voor een positieve beeldvorming over de koloniale onderneming. Veel foto's hebben betrekking op de materiële verwezenlijkingen van de kolonisator, terwijl andere de ingrijpende economische en sociale transformaties van de Congolese samenleving in beeld brengen. De collectie bevat eveneens een opmerkelijke reeks foto’s van traditionele dansen. Kenmerkend voor deze foto’s is de spanning tussen realiteit en fictie, en hun ambigue aanspraak op ‘authenticiteit’. Twee bijzonder productieve en gelauwerde fotografen van Inforcongo waren Carlo Lamote en Henri Goldstein, die zich met veel ijver ook toelegden op etnografische fotografie. Geïnspireerd door het ideaal van de ‘ontdekkingsreiziger’ waren ze voortdurend op zoek naar interessante volkenkundige onderwerpen. Ze waren overtuigd van het feit dat de lokale tradities snel definitief zouden verdwijnen. Om die reden moesten deze snel op de fotografische plaat worden vastgelegd. De traditionele dansen en riten die ze wilden ‘ontdekken’ en documenteren, werden echter vaak door hun eigen toedoen georganiseerd. Ze werden hierbij geholpen door territoriale agenten of missionarissen en ze beschikten over een bijzonder budget om de voorbereidingen en opvoeringen ter plaatse te sponsoren. Met het oog op een ‘objectieve’ registratie werden alle elementen die het resultaat waren van Europese import of beïnvloeding verwijderd vooraleer er gefotografeerd werd. Dit werd nodig geacht opdat de beelden een ‘echte authenticiteit’ zouden hebben. Veel van de traditionele dansen werden hierdoor niet ‘ontdekt’ maar veeleer ‘(her)uitgevonden’. De foto’s werden niettemin gecatalogeerd als wetenschappelijke documentatie, en ze worden tot op vandaag nog vaak kritiekloos gebruikt als objectieve tijdsdocumenten.

Stenen grafbeelden uit Neder-Congo

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
De etnografische collectie van het KMMA bevat een 120-tal beelden die in het gebied van de benedenloop van de Congostroom op de graven van belangrijke overledenen werden geplaatst. Ze worden mintadi genoemd, een term die verwijst naar de zachte steen waaruit ze zijn gemaakt. De meeste beantwoorden aan een beperkt aantal types die symbolische voorstellingen zijn van de eigenschappen waarmee chefs, notabelen en handelaars graag werden geassocieerd. Het zijn dus geen natuurgetrouwe ‘portretten’ maar eerder weerspiegelingen van de manier waarop hun opdrachtgevers in de herinnering verder wilden leven. Een opmerkelijk aantal werd in de jaren 1950 verzameld door de amateur-etnoloog Robert Verly, die veronderstelde dat ze deel uitmaakten van een eeuwenoude traditie. Verder onderzoek heeft echter uitgewezen dat hun productie ruwweg te dateren valt tussen 1850 en 1930. Deze periode valt samen met de ontwikkeling van een bloeiende handel in het mondingsgebied van de Congostroom. Chefs en handelaars genoten een groot aanzien dankzij de diverse Europese producten die ze verwierven in ruil voor palmnoten en ivoor. Ze stelden zichzelf graag voor als autoritaire bezitters van slaven, maar ook als ‘mannen van hun tijd’ die zich nieuwe vaardigheden eigen maakten, zoals lezen. De grondstof voor deze grafbeelden kwam uit een tweetal steengroeven. Een ruwe figuur werd meteen ter plaatse uit de zachte steen gehouwen, om het transport naar het atelier voor de afwerking te vereenvoudigen. Op basis van stijlonderzoek wordt vermoed dat ooit een twintigtal ateliers actief zijn geweest. De steen werd bewerkt met dissel en mes, net als bij de houtsculptuur. De concurrentie tussen ateliers heeft geleid tot een rijkdom aan thema’s. Bepaalde van deze thema’s komen overvloedig voor, wat er op wijst dat beeldhouwers zich ook schikten naar de wensen van hun potentiële klanten. Onder de ‘bestsellers’ vallen voorstellingen van ‘de denker’, van moeder en kind, en van een figuur die de handen open voor zich houdt. Deze laatste is vermoedelijk de voorstelling van iemand die in staat is documenten te lezen, een nieuwe vaardigheid die veel ontzag opwekte.

De collectie oude kaarten

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
De collectie oude kaarten van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA) telt ongeveer 3.500 gedrukte kaarten. De meeste kaarten geven Midden-Afrika en in het bijzonder het grondgebied van de DR Congo weer, maar een aantal stelt heel Afrika en de andere regio’s van het continent voor. De kaarten dateren van 1500 tot 1885 en maken het bijgevolg mogelijk om de evolutie van de voorstelling van Afrika te volgen, van de eerste zogenaamde ptolemeïsche kaarten uit het begin van de 16de eeuw, langs die uit de 17de en de 18de eeuw, tot de kaarten uit de tweede helft van de 19de eeuw. Vanaf toen bracht de systematische verkenning van het Afrikaanse binnenland een intensieve kaartproductie op gang ten dienste van de toekomstige kolonisatoren. De ptolemeïsche kaart van Bernard Sylvanus (Venetië, 1511) is het oudste stuk uit de KMMA-collectie. Sommige kaarten afgeleid van het werk van Waldseemüller gaan de grote klassiekers als Ortelius, Thevet en Mercator vooraf. Daarnaast gaat de collectie prat op bijzondere Nederlandse, Franse en Engelse kaarten uit de 17de eeuw, van de hand van beroemde cartografen zoals Hondius, Janssonius, Guillaume en Joan Blaeu, Visscher, de Wit, Sanson, Duval, Jaillot en Speed. De wandkaart van Afrika, in 1644 uitgegeven door Pieter Verbist in Antwerpen, is het enige bekende overblijvende exemplaar en tevens het pronkstuk van de collectie. In het begin van de 18e eeuw rezen vragen bij de traditionele weergave van het continent en zijn regio’s, zoals blijkt uit de kaarten van Delisle, D’Anville en andere exemplaren van Duitse of Nederlandse oorsprong. Enkele wandkaarten uit die periode getuigen van de overgang naar een nieuw concept. Vanaf de conferentie van Brussel in 1876 krijgt de cartografie van Midden-Afrika een politiek karakter. Vooral de conferentie van Berlijn (1884-1885) brengt de ontwikkeling van de cartografie in een stroomversnelling. De collectie bevat een representatieve waaier van kaarten die destijds werden uitgegeven in België, Engeland, Frankrijk, Duitsland en Portugal. Een heel aantal van die moderne kaarten – topgrafische, administratieve of thematische kaarten – heeft betrekking op het toenmalige Belgisch Congo tot de onafhankelijkheid in 1960.
Leven & Dood | Over boven- en onderwereld

Leven & Dood | Over boven- en onderwereld

Tentoonstellingen Permanente expo's
MAS - Museum aan de Stroom
Antwerpen - Anvers
In de hoogste museumzaal van het MAS brengen we u iets dichter bij de bovenwereld. Is dat waar de goden leven? En als we dood gaan? Dalen we dan af naar de onderwereld? De collectie Paul en Dora Janssen-Arts is een wereldberoemde collectie die vertelt over de buitengewone band tussen de mens en de wereld van goden, voorouders en geesten in het Amerika van vóór de verovering door Europa. De dood als nieuw begin Ontmoet mensen die in nauw contact met de natuur leven of leefden. Voor hen is de dood geen einde, maar een overgang naar een andere wereld, zoals de zon die opkomt en ondergaat. Sjamanen van vroeger en vandaag vertellen u er alles over. Zij kunnen zich immers in andere werelden begeven: de onderwereld van de dood en de bovenwereld van goden of voorouders. Collectie Paul en Dora Jannsen-Arts De collectie Paul en Dora Janssen-Arts, dat zijn meer dan 400 precolumbiaanse voorwerpen in goud, jade, steen, textiel en schelp. De collectie is in binnen- en buitenland bekend als een collectie van topstukken. De voorwerpen zijn afkomstig uit meer dan 50 culturen, van Alaska tot Chili, en getuigen van het vakmanschap en de zin voor esthetiek van hun makers in het Amerika van voor 1500. Bij de bewoners van het Amerikaanse continent waren er ontzettend veel verschillen, maar hun visie op de wereld om hen heen vertoont ook opvallend veel gelijkenissen. Zo zien we hoe mensenoffers als essentieel gezien werden om de continuïteit tussen leven en dood te waarborgen en hoe op het hele continent vruchtbaarheidsrituelen diverse vormen aannamen maar altijd de kern vormden van de pre-Spaanse leefwereld. Precieuze grafgiften, vaak in goud, weerspiegelen het belang dat alle bewoners van het continent, van Alaska tot Chili, hechtten aan het leven na de dood. Maak kennis met Dora Janssen-Arts én haar collectie en laat je meeslepen in haar passie voor verzamelen. In 2008 besloot de Vlaamse Overheid om de collectie Paul en Dora Janssen-Arts in permanente bruikleen aan de Stad Antwerpen te geven.
209 evenement(en) gevonden (161 tot 170)