Er is een speciale sfeer als je ‘s nachts met de auto rijdt. Het
voelt haast Lynchiaans, en Bohren & der Club of Gore maakt muziek
die daar de perfecte soundtrack voor is. Het is een onheilige mix van
trage jazz ballads, Black Sabbath en down-tuned Autopsy-invloeden. Die
combinatie is in de voorbije drie decennia door niemand succesvol
gekopieerd, dus blijft het Duitse trio het gewoon zelf doen.
Hun rokerige nachtclubjazz met hoge ambient factor doet niet meteen
vermoeden dat de band ontstaan is uit een gedeelde liefde voor hardcore,
death en doom metal, maar toch zijn die invloeden aanwezig. Op het ene
album wordt de bas het centrale element, maar op bijvoorbeeld recentste
plaat ‘Patchouli blues’ is het de saxofoon die je doorheen het verhaal
gidst. Het is met dat album onder de arm dat Bohren & der Club of
Gore met een paar jaar vertraging door you know what nu door Europa
trekt.