Zoek op de term: ""

2 822 item(s) gevonden (2351 tot 2400)
Leven & Dood | Over boven- en onderwereld

Leven & Dood | Over boven- en onderwereld

Tentoonstellingen Permanente expo's
MAS - Museum aan de Stroom
Antwerpen - Anvers
In de hoogste museumzaal van het MAS brengen we u iets dichter bij de bovenwereld. Is dat waar de goden leven? En als we dood gaan? Dalen we dan af naar de onderwereld? De collectie Paul en Dora Janssen-Arts is een wereldberoemde collectie die vertelt over de buitengewone band tussen de mens en de wereld van goden, voorouders en geesten in het Amerika van vóór de verovering door Europa. De dood als nieuw begin Ontmoet mensen die in nauw contact met de natuur leven of leefden. Voor hen is de dood geen einde, maar een overgang naar een andere wereld, zoals de zon die opkomt en ondergaat. Sjamanen van vroeger en vandaag vertellen u er alles over. Zij kunnen zich immers in andere werelden begeven: de onderwereld van de dood en de bovenwereld van goden of voorouders. Collectie Paul en Dora Jannsen-Arts De collectie Paul en Dora Janssen-Arts, dat zijn meer dan 400 precolumbiaanse voorwerpen in goud, jade, steen, textiel en schelp. De collectie is in binnen- en buitenland bekend als een collectie van topstukken. De voorwerpen zijn afkomstig uit meer dan 50 culturen, van Alaska tot Chili, en getuigen van het vakmanschap en de zin voor esthetiek van hun makers in het Amerika van voor 1500. Bij de bewoners van het Amerikaanse continent waren er ontzettend veel verschillen, maar hun visie op de wereld om hen heen vertoont ook opvallend veel gelijkenissen. Zo zien we hoe mensenoffers als essentieel gezien werden om de continuïteit tussen leven en dood te waarborgen en hoe op het hele continent vruchtbaarheidsrituelen diverse vormen aannamen maar altijd de kern vormden van de pre-Spaanse leefwereld. Precieuze grafgiften, vaak in goud, weerspiegelen het belang dat alle bewoners van het continent, van Alaska tot Chili, hechtten aan het leven na de dood. Maak kennis met Dora Janssen-Arts én haar collectie en laat je meeslepen in haar passie voor verzamelen. In 2008 besloot de Vlaamse Overheid om de collectie Paul en Dora Janssen-Arts in permanente bruikleen aan de Stad Antwerpen te geven.

Bezoek het Zwin Natuur Park

Uitstappen / Ontdekkingen / Patrimonium Wandelingen
Zwin Natuur Park
Knokke-Heist - Vlaams Gewest
Coronamaatregelen Zwin Natuur Park Update maatregelen 2/11/20 Beste bezoeker, We zijn heel blij om je in het Zwin Natuur Park te mogen verwelkomen. We houden hierbij uiteraard rekening met de verschillende maatregelen die de Nationale Veiligheidsraad voorschrijft zodat je in alle veiligheid kan genieten van het mooie Zwin Natuur Park. Het reserveren van een ticket is verplicht. Het dragen van een mondmasker is verplicht in alle binnenruimtes en langs het huttenparcours. Het dragen van een mondmasker is niet verplicht in de Zwinvlakte. Samenscholingen zijn toegelaten tot maximaal 4 personen (uitgezonderd voor gezinsleden die onder één dak wonen). Het bezoekerscentrum mag enkel betreden worden als je vooraf een ticket gereserveerd hebt. Het huttenparcours en de Zwinvlakte zijn toegankelijk, geniet volop van het Zwin in de buitenlucht. De permanente tentoonstelling over de vogeltrek en de panoramatoren zijn gesloten. Zwinbistro “The Shelter” is gesloten, picknicken in het park is niet toegelaten. De bistro biedt wel take away aan om mee te nemen op jullie wandeling of naar huis. Meer info : theshelterknokke.be Gelieve de federale maatregelen steeds te respecteren en het aantal nauwe contacten te beperken, ook in het Zwin Natuur Park.

Spreekwoordendeksels uit Neder-Congo

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
De spreekwoordendeksels waren vroeger in gebruik in Neder-Congo en in de enclave Cabinda. Ze werden versierd met verschillende gesculpteerde afbeeldingen die tal van bekende spreuken uit de regio illustreerden. Vooral de Woyo gebruikten en maakten ze, maar ze waren ook in zwang bij naburige volkeren. Zowel mannen als vrouwen gebruikten de deksels. Het houtsnijwerk, uitgevoerd in verscheidene houtsoorten, was echter voorbehouden aan de mannen. Sommigen onder hen verwierven een grote faam. Mensen kwamen soms van ver en telden een stevige prijs neer voor een deksel van de hand van een getalenteerde kunstenaar. De deksels werden voor vele doeleinden gebruikt, maar in de eerste plaats waren ze bedoeld om uiting te geven aan een gedachte, een verwijt of een mening. Het deksel werd dan op de pot gelegd waarin het eten werd opgediend. Ze dienden immers voornamelijk om kleine of grote geschillen in een gezin op te lossen. Reeds in de jaren 1950 raakten de deksels in onbruik. Sommige verzamelaars brachten grote aantallen ervan mee en noteerden ook de betekenis van de gesculpteerde motieven, de naam van de houtsnijder of de gebruikte houtsoort. Hoewel we een aantal iconografische geheimen hebben kunnen ontrafelen, blijft het erg moeilijk om de exacte betekenis van de deksels te achterhalen. De betekenis van de spreekwoordendeksels kan immers verschillen volgens de context. Anderzijds kunnen meerdere spreuken voorgesteld worden aan de hand van dezelfde afgebeelde symbolen.

De foto’s van de expeditie van Charles Lemaire

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
François Michel (1855-1932) reisde als fotograaf en taxidermist mee op de expeditie van de militair Charles Lemaire. Onderweg stond hij in voor het maken van de expeditiefoto’s en de aanleg van een natuurhistorische collectie. Michel trok samen met Lemaire, karavaanleider Justin Maffei, kunstschilder Léon Dardenne en de geologen Jean De Windt en William Caisley tussen april 1898 en september 1900 van de Afrikaanse oostkust, over Moliro tot aan het Dilolo-meer. De terugreis via de Congo-rivier eindigde na 6600 km aan de westkust van Afrika. Naast enkele Europeanen, bestond de expeditie uit honderden Afrikanen die waren aangeworven als boy, wasvrouw, drager of soldaat. De Europese leden van de missie moesten verschillende taken vervullen. Zo werd de expeditie onder andere aangewend om tentoonstellingsmateriaal te verzamelen voor het Congomuseum in Tervuren. Deze nieuwe permanente instelling zou op 15 mei 1898 haar deuren openen, na de tijdelijke tentoonstelling in het kader van de expo Brussel-Tervuren 1897. Typerend voor de eerste expedities in dienst van het museum was dat de meest uiteenlopende zaken werd verzameld: etnografische objecten, prehistorische gebruiksvoorwerpen, natuurhistorische specimens, geologische stalen, enzovoort. Bij gebrek aan scholing bij de deelnemers aan de expeditie werd er echter weinig achtergrondinformatie over de stukken opgetekend. Naast de wetenschappelijke objectieven had de missie ook duidelijk politieke doeleinden. Lemaire diende kaarten op te stellen van de regio die zich op de grens bevond tussen de Onafhankelijke Congostaat en het Brits koloniaal gebied. De expeditie moest ook leiden tot de militaire onderdrukking van een lokale opstand, waarbij slachtoffers vielen aan beide zijden. Deelname aan een expeditie was een risicovolle onderneming. Jean De Windt en William Caisley verdronken en Maffei werd ziek gerepatrieerd. De meeste slachtoffers vielen echter onder de dragers die door de harde levensomstandigheden in de karavaan stierven door uitputting en ontbering.

De sculpturen van Jane Tercafs

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
Jane Tercafs (1898-1944) liep school aan de academies van Luik en Brussel. Ze maakte furore als beeldhouwster in de woelige politieke, economische en culturele jaren van het interbellum. Tussen 1935 en 1940 verbleef ze driemaal in Belgisch Congo. Het KMMA conserveert een deel van haar archieven en is ook een van de weinige instellingen die een deel van haar oeuvre bewaart waarvoor ze inspiratie zocht in de regio van de Uele: een twintigtal beeldhouwwerken in hardsteen, gips of brons, een tiental schetsen en vijf bas-reliëfs in gips. Door haar contacten met de vrouwelijke bevolking kon Tercafs zich probleemloos onderdompelen in de Yogo- en Meje-culturen van Uele. Haar onafhankelijkheid ten opzicht van de koloniale administratie, waarmee ze ten andere op gespannen voet stond, vergemakkelijkte haar integratie. Naast beeldende kunst hield ze zich ook bezig met etnografisch en taalkundig onderzoek en onderhield ze geregelde contacten met de Commissie voor de bescherming van de inheemse kunsten en ambachten (COPAMI). Ze deed ook een aantal ‘archeologische’ vondsten in de Api-regio, die haar aanzetten bepaalde lokale culturele kenmerken in verband te brengen met het oude Egypte. Zoals veel tijdgenoten kwam de kunstenares in opstand tegen de westerse assimilatie en de verwoestende impact ervan op de zogenaamd ‘traditionele’ kunst, maar ze negeerde daardoor wel de dynamiek van toe-eigening die zich voltrok. Tercafs observeerde de contacten tussen de kolonisator en de lokale gemeenschap, met name de rekrutering door de katholieke missies en de impact van hun kunstateliers, evenals de verzameling van materiële cultuur door de Europeanen. Los van de ‘etnografische’ portretten die in de koloniale periode in de mode waren, slaagde Jane Tercafs er in het portret van een persoon, de ideale voorstelling en de zoektocht naar vormelijke perfectie te verzoenen. Bij de verwerving van de beeldhouwwerken door het KMMA waren echter hun ‘etnografisch’ karakter en de getuigenis die ze vormen van het ‘traditioneler’ Afrika doorslaggevend.

De collectie memorabilia van Henry Morton Stanley

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
De beroemde ontdekkingsreiziger Henry Morton Stanley (1841-1904) nam van zijn Afrika-reizen grote verzamelingen voorwerpen en specimens mee naar Groot-Brittannië. Een groot deel daarvan, zoals zaden en stalen van gesteenten, verzamelde Stanley tijdens zijn laatste expeditie, de Emin Pasha-reddingsexpeditie (1887-1890), ondanks pech met kano’s en een gebrek aan dragers. Stanley was verzot op het verzamelen van wapens, die hij thuis aan de muren hing. Zijn publicaties droegen bij tot het classificeren van een aantal voorwerpen, meestal afkomstig uit de Swahili- en Zande-regio’s, maar voor sommige is er vandaag nog altijd geen verklaring. Andere voorwerpen van Stanley zijn het kompas, de thermometer, de hoogtemeter, de sextant en de kunstmatige horizon. Aanvankelijk was Stanley als journalist en selfmade man niet welkom in wetenschappelijke kringen. Ook na zijn succesvolle expeditie en zoektocht naar dokter Livingstone (1871-1872) hadden aardrijkskundigen nog twijfels bij wat hij had gepresteerd. Om die reden werden zijn volgende expedities naar Afrika (1874-1877) en die namens koning Leopold II (1879-1884) voorafgegaan door zorgvuldige voorbereidingen. Om te beantwoorden aan de verwachtingen van de genootschappen van geleerden en aan die van het grote publiek, droeg hij steevast de verplichte attributen en wetenschappelijke instrumenten van de moderne reiziger met zich mee. Uit zijn notities blijkt dat hij de positie van zijn karavaan nauwgezet rapporteerde en de landschappen en vegetatie bestudeerde en beschreef. In 1954 herdacht het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika de 50ste verjaardag van het overlijden van Henry Morton Stanley. Zijn adoptiezoon, Denzil, greep de gelegenheid aan om een schenking te doen van meer dan 300 memorabilia uit het landgoed van zijn ouders in Furze Hill, in het Britse graafschap Surrey. De collectie bestaat uit aantekeningen van Stanley’s reizen, en eretekens en prijzen die hij ontving. De collectie van Stanley-objecten van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika is het enige samenhangende overblijfsel van de uitgebreide collectie die Stanley aanlegde. In 2002 maakten Stanley’s erfgenamen het landgoed in Furze Hill leeg. De overgebleven archieven, foto’s en souvenirs gingen onder de hamer en het huis werd verkocht.

Realiteit en fictie in de etnografische fotografie van de jaren 1950

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika bezit een vrij volledige reeks foto’s van de Voorlichtingsdienst van Belgisch Congo en Ruanda-Urundi, beter gekend onder de naam Inforcongo. Deze dienst werd opgericht in het begin van de jaren 1950 door het Ministerie van Koloniën om te zorgen voor een positieve beeldvorming over de koloniale onderneming. Veel foto's hebben betrekking op de materiële verwezenlijkingen van de kolonisator, terwijl andere de ingrijpende economische en sociale transformaties van de Congolese samenleving in beeld brengen. De collectie bevat eveneens een opmerkelijke reeks foto’s van traditionele dansen. Kenmerkend voor deze foto’s is de spanning tussen realiteit en fictie, en hun ambigue aanspraak op ‘authenticiteit’. Twee bijzonder productieve en gelauwerde fotografen van Inforcongo waren Carlo Lamote en Henri Goldstein, die zich met veel ijver ook toelegden op etnografische fotografie. Geïnspireerd door het ideaal van de ‘ontdekkingsreiziger’ waren ze voortdurend op zoek naar interessante volkenkundige onderwerpen. Ze waren overtuigd van het feit dat de lokale tradities snel definitief zouden verdwijnen. Om die reden moesten deze snel op de fotografische plaat worden vastgelegd. De traditionele dansen en riten die ze wilden ‘ontdekken’ en documenteren, werden echter vaak door hun eigen toedoen georganiseerd. Ze werden hierbij geholpen door territoriale agenten of missionarissen en ze beschikten over een bijzonder budget om de voorbereidingen en opvoeringen ter plaatse te sponsoren. Met het oog op een ‘objectieve’ registratie werden alle elementen die het resultaat waren van Europese import of beïnvloeding verwijderd vooraleer er gefotografeerd werd. Dit werd nodig geacht opdat de beelden een ‘echte authenticiteit’ zouden hebben. Veel van de traditionele dansen werden hierdoor niet ‘ontdekt’ maar veeleer ‘(her)uitgevonden’. De foto’s werden niettemin gecatalogeerd als wetenschappelijke documentatie, en ze worden tot op vandaag nog vaak kritiekloos gebruikt als objectieve tijdsdocumenten.

Stad en architectuur in Congo, 1885-1940

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
De fotocollectie van het Koloniaal Bureau biedt waardevolle informatie over de ontwikkeling van de architectuur en stedenbouw in het koloniale Congo. Het Koloniaal Bureau werd in 1907 opgericht door Leopold II als een economische documentatiedienst die potentiële investeerders moest informeren over Congo. De fotocollectie werd vermoedelijk in 1941 aan het KMMA geschonken. Ze bevat in totaal 7.233 foto’s. De collectie vormt een belangrijke aanvulling op het archief van het Koloniaal Bureau, dat bewaard wordt in het Afrika-archief van het Belgisch Ministerie van Buitenlandse Zaken. De fotocollecties van het Koloniaal Bureau behandelen een uiteenlopende reeks onderwerpen. Een beperkte reeks foto’s gaat over etnografische onderwerpen, zoals dorpen, markten, de zogenaamde “types indigènes”, etc. Een gedeelte bestaat uit landschapsfotografie met beelden van bergen, rivieren en watervallen, en een opmerkelijke reeks ‘wolkenformaties’. Het overgrote deel van de collectie bestaat echter uit foto’s die de infrastructuur van het koloniale project documenteren: spoorwegen, havens, bruggen, opslagplaatsen, stadsgezichten, allerhande gebouwen. De foto’s van infrastructuur zijn meestal geordend in typologische reeksen: woningen, ziekenhuizen, scholen, postgebouwen, commerciële gebouwen, arbeiderskampen, maar soms ook op thema, zoals “hygiëne”, of op auteur. De collectie bevat een interessante fotoreportage over Katanga in de periode 1910-1914, gemaakt door Edmond Leplae, de toenmalige directeur van de landbouwkundige dienst van het Ministerie van Koloniën. Opmerkelijk is ook het fotografisch verslag van dokter Duren over de medische infrastructuur in Astrida, Boende en Bukama. Hoewel het Koloniaal Bureau een officiële documentatiedienst was, omvatten de collecties ook talloze beelden van missieposten. Vanaf 1933 ontwikkelde het Koloniaal Bureau zich tot een orgaan voor koloniale propaganda. Zo speelde het een belangrijke rol in de organisatie van afdelingen over Belgische Kongo op diverse wereldtentoonstellingen. Na de Tweede Wereldoorlog werd het Koloniaal Bureau opgenomen in het Ministerie van Koloniën. In 1947 werd het echter opgedoekt en vervangen door nieuwe structuren.

De archeologische opgravingen van Sanga

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
Het grafveld Sanga ligt in het Noorden van de provincie Katanga waar de Congostroom de moerassen van de Upemba-depressie doorkruist. Archeologisch onderzoek toonde aan dat de rijkdom van de rivier er sinds lange tijd wordt geëxploiteerd en maakte het mogelijk om 1500 jaar geschiedenis van het gebied te achterhalen. Tot nog toe zijn er in de depressie een vijftigtal archeologische vindplaatsen gekend. Slechts zes sites zijn opgegraven tijdens campagnes in 1957, 1958, 1974 en 1975. De best bestudeerde site is het grafveld van Sanga aan de oever van het Kisale-meer. De collectie ‘Sanga’ van het KMMA bevat vooral archeologische voorwerpen uit de opgravingen van 1957, die onder leiding stonden van Jacques Nenquin. De grafgiften van 34 van de in totaal 55 graven worden bewaard op het KMMA. Het menselijk botmateriaal kwam terecht in het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen en in het Nationaal Museum van Lubumbashi. Daarnaast bevat de collectie van het KMMA ook materiaal verzameld op verschillende plaatsen in het gebied, dat in de loop van eerste helft van de 20ste eeuw werd geschonken aan het museum. De meeste graven in de collectie dateren uit de Kisaliaanperiode (10de-12de eeuw AD). Tien graven kunnen op basis van aardewerkstijl toegewezen worden aan recentere periodes. De samenstelling van de graven geeft inzicht in de sociale organisatie, politiek en economie van deze maatschappijen die reeds een uitgesproken hiërarchie kenden en deel uitmaakten van een bloeiend handelsnetwerk. De grafgiften bestaan uit talrijk aardewerk en metalen sierraden en werktuigen. In sommige graven werden ‘croisettes’ gevonden. Dit zijn koperen kruisvormige staafjes die gebruikt werden als betaalmiddel. Eén graf is opvallend rijk. Er werden 29 potten, 47 armbanden, 25 enkelbanden, 33 ringen, een halsketting en een zware koperen gordel met ijzeren speerpunten en messen gevonden. Het voorkomen van enkele rijkere kindergraven geeft aan dat sociale status erfbaar was.
Machtsvertoon | Over prestige en symbolen

Machtsvertoon | Over prestige en symbolen

Tentoonstellingen Permanente expo's
MAS - Museum aan de Stroom
Antwerpen - Anvers
Het MAS is open! Breng ons gerust terug een bezoekje, maar hou wel rekening met de verschillende voorzorgsmaatregelen. Lees ze aandachtig: mas.be/coronavirus. Wacht je nog liever wat langer? Het MAS is ook altijd online open. Macht is van alle tijden en alle regio’s. Sla de krant open en u kunt er niet omheen. In deze expo ontdekt u allerlei vormen van macht. In Antwerpen, maar ook in de rest van de wereld. Is het uw rijkdom, schoonheid of net afkomst die het verschil maakt? Welk type macht past u het best? Macht is overal Macht is verleidelijk en is overal. Soms lijkt het een spel, maar meestal is het pure ernst. Een niet te stoppen honger naar macht leidt maar al te vaak tot geweld. Op verdieping +4 ontdekt u aan den lijve hoe macht werkt. Dompel u erin onder Wanneer u de zaal binnenkomt, wordt u meteen bedolven onder beelden en geluiden van machtsvertoon van over de hele wereld. Eraan ontsnappen is onmogelijk. Of toch? Machthebbers houden immers maar stand zolang het publiek hen bewondert. Als het publiek zich verzet, worden machtssymbolen vernietigd. Een macht-reis door de tijd Ontdek hoe Hans Christoffel, kapitein bij het Nederlandse leger in Oost-Indië, Sumatra onder controle hield. Of reis af naar het Antwerpen uit de 16de eeuw en maak kennis met het turbulente Spaanse bewind van toen. Neem vervolgens een kijkje in Japan waar vanaf de 17de eeuw samoerai en keizers de macht verdeelden en hoe dat doorspeelt in de opvoeding tot vandaag. En dan naar Centraal-Afrika, waar we u een blik gunnen op een exclusieve verzameling kunstwerken die gemaakt werden tot eer en glorie van lokale leiders. Eindig uw reis bij het mana of de goddelijke kracht in Polynesië. De kunstinstallatie van Maori kunstenaar George Nuku toont u zijn visie op het Polynesische erfgoed in Westerse musea.

Trommels uit sub-saharisch Afrika

Tentoonstellingen Permanente expo's
Musée royal de l'Afrique centrale
Tervuren - Brabant Flamand
Het Koninklijk Museum voor Midden Afrika bezit een rijke collectie van meer dan 8.000 muziekinstrumenten, waarvan 85% afkomstig is uit Congo. Samen met de duimpiano is de veltrommel wellicht het meest karakteristieke muziekinstrument in Afrika ten zuiden van de Sahara. De veltrommel vormt als het ware het hart van het samenspel bij de muzikale begeleiding van rituelen en ceremonieën, alsook van dansperformances die meer op ontspanning zijn gericht. Dit instrument is dus absoluut onmisbaar in de muziek- en danscultuur van subsaharaans Afrika. In de instrumentenkunde worden veltrommels op basis van hun vorm in verschillende categorieën ingedeeld. Een trommel kan open of gesloten zijn, enkel- of dubbelvellig. Men onderscheidt cilindrische, bekervormige, vatvormige, zandlopervormige en conische trommels. De meest voorkomende trommelvorm in subsaharaans Afrika is de cilindrische trommel. De collectie veltrommels van het KMMA is de meest uitgebreide ter wereld voor wat betreft Midden-Afrika en geldt daarom als een belangrijke referentie voor onderzoek. Recent werd de collectie als basis en vertrekpunt genomen voor een kritische evaluatie van de geldende classificatie van muziekinstrumenten. Dit gebeurde in het kader van het Europese project Musical Instrument Museums Online (MIMO), dat de ontsluiting van de collecties van 11 musea als doel heeft. Twee nieuwe types cilindrische trommels werden toegevoegd aan de internationaal erkende classificatie van Von Hornbostel en Sachs. De vaasvormige yolo-trommel van bij de Kuba uit Congo en de cilindrisch-conische entenga-trommel uit Burundi staan voortaan duidelijk gemarkeerd op de wereldkaart van muziekinstrumenten. De ontsluiting van de collectie muziekinstrumenten van het KMMA is dus geen afgesloten verhaal maar tot op vandaag worden nog nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen gedaan.

Rondleiding achter de schermen door het Aquarium

Alle maanden
Tentoonstellingen Visites guidées
Aquarium-Muséum Universitaire de Liège
Bressoux - Liège
Wat gebeurt er achter de schermen van het Aquarium? Hoe ziet het dagelijkse leven van onze verzorgers eruit? Hoe zorgen zij voor onze waterdieren? Hoe worden de ecosystemen onderhouden die onze waterbewoners ondersteunen? Wat eten ze? Wat zijn hun behoeften? Hoe werken onze faciliteiten?Elke 1e woensdag van de maand om 16u neemt ons team je mee op een meeslepende ervaring: bezoek achter de schermen en ontdek wat er zich achter de schermen afspeelt. Laat je rondleiden door een dierenverzorger of een wetenschappelijk bemiddelaar, die al je vragen zal beantwoorden, en krijg toegang tot ruimtes die gewoonlijk ontoegankelijk zijn voor het publiek. Op het programma:Ontdek de technische ruimtes en hoe de bassins werken.Observatie van dierverzorgings- en voedingsprotocollen.Focus op de uitdagingen van het behoud en het kweken in een aquatische omgeving.Vragen en antwoorden.Praktische informatie Wanneer kun je komen? Elke1e woensdag van de maand om 16.00 uur.Duur: 45 minuten.Waar? Aquarium-Muséum Universitaire de Liège.Hoeveel kost het? Individuele toegang + 7 euro/persoon.Plaatsen zijn beperkt (groepen van 10 personen per activiteit): reservatie verplicht. Dit aanbod is exclusief voorbehouden voor individuen en families. Helaas is de backstage tour niet toegankelijk voor mensen met beperkte mobiliteit of kinderen jonger dan 6 jaar.Gelieve 10 minuten voor het begin van je bezoek aanwezig te zijn in de centrale hal. We behouden ons het recht voor om je te vervangen door andere bezoekers als je verhinderd bent.
2 822 item(s) gevonden (2351 tot 2400)