Over
Aan de ene kant: een muur van mensen, aan de andere kant: een muur van stenen. Alsof gevangen ‘tussen het zwaard en de muur’, een podium. In een betoverende vallei knutselt Marlene Monteiro Freitas een miniatuurspektakel dat evengoed in uitgestrekte ruimtes kan passen. NÔT betekent ‘nacht’ in het Creools van Kaapverdië, en vindt inspiratie in de sprookjes van Duizend-en-een-nacht: een verzameling van vele verhalen – sommige over liefde, andere over oorlog, sommige over reizen, andere over dieren. Wapen-verhalen die de overleving van hun verteller verzekeren, in een duel tussen verbeelding en een versteend hart. Klaag-verhalen die de afwezigen eren, in een duel op leven en dood, tussen gevangenis en vrijheid, ondeugd en deugd, realiteit en verlangen. Zo ontvouwt de voorstelling zich als een artefact van vermenigvuldiging, projectie, vervreemding en betovering. Nacht na nacht, schrijft Freitas, zal het podium in een ui veranderen. Laag voor lag, gehuld in geuren en onzichtbare spatten. Dan verschijnt de ‘verhalen vertellende mond’, die zich aanbiedt aan het zwaard en aan de muur, om zo nog een verhaal toe te voegen aan de oneindigheid van verhalen.