In de geest van Wannes van de Velde nemen de troubadours van Toasaves de luisteraar op sleeptouw langsheen verschillende Europese wereldhavens en de klanken die over zee komen aangewaaid. Uiteraard is er de kosmopolitische haven van Antwerpen, waar Wannes als jongeling al snel in contact kwam met allerlei culturen die hun stempel drukten op zijn muzikale queeste, maar er is ook de symbolische thuishaven Brussel waarin mensen uit alle hoeken van de wereld komen aangewaaid.
Toasaves is fonetisch geschreven en betekent "thuishavens" in het Antwerpse dialect, de kosmopolitische stad waar Wannes opgroeide en in aanraking kwam met allerlei culturen, wat een stempel drukte op zijn muzikale zoektocht.
Vertrekkend van het volksrepertoire van Wannes van de Velde reist Toasaves langs oude muziek (trecento, Vlaamse polyfonie, Sefardische muziek) en oosterse muziek uit Griekenland, Turkije en Afghanistan. Toasaves verbindt deze repertoires dankzij een rijk instrumentarium: lavta (kretenzische luit), ûd (Turkse luit), uilleann pipes (doedelzak), draailier, pandero cuadrado (Spaans slaginstrument), cisters en vedels …
Met Harald Bauweraerts (draailier, zang), Miriam Encinas (dilruba, blokfluiten en vedel, daf, santur, percussie), Raphaël De Cock (zang, Vlaamse doedelzak, uilleann pipes, mondharp), Tristan Driessens (ûd, lavta, zang, arrangementen, artistieke leiding)
